Volgens de scorekaart is hole 2 met stroke-index 9 de makkelijkste hole van onze baan. Of de minst moeilijke, mag ook.
Dat veel spelers deze hole helemaal niet zo makkelijk vinden en juist een regelrechte uitdaging, is begrijpelijk. Het wasteland, de grote zandvlakte die je moet overbruggen om bij de hole uit te komen, boezemt menigeen ontzag in.
En dan hebben we het nog maar over de periode waarin al dat zand als zand zichtbaar is. Sla je je bal in die woestijn, dan loop je er naartoe en sla je nog een keer.
Maar in flink natte tijden is dat zand vaak niet eens te zien. Het is dan één grote watervlakte en nu in deze tijd ligt er zelfs ijs. Wat nu als je bal midden in die waterplas of op dat ijs ligt?
We zijn het er natuurlijk snel over eens dat die plas daar niet hoort, maar er alleen is als het lang en hard geregend heeft. En dat maakt dat hij helemaal voldoet aan de definitie van tijdelijk water (“een tijdelijke concentratie van water op de grond…. die zich buiten een hindernis bevindt”). En omdat het tijdelijk water is, is het een abnormale baanomstandigheid. En daar geven de regels, in dit geval regel 16, een mogelijkheid om die omstandigheid zonder strafslag te ontwijken.
Eigenlijk is die mogelijkheid heel simpel, maar geeft dit in de praktijk nog weleens voer voor discussie. De mogelijkheid die de regels geven is: zoek het dichtstbijzijnde punt waarbij je qua stand, slag en swing geen last meer hebt van dat tijdelijk water. Als het wasteland nu onder water staat en jouw bal ligt 2 meter van de overkant, is dat dichtstbijzijnde punt in ieder geval niet een punt naar achteren, waarbij je zo ongeveer weer op de afslagplaats terecht komt. Zou je dat wel doen, dan speel je de bal vanaf de verkeerde plaats en dat kost je twee strafslagen. Maar wat moet je dan?
Kijk vanaf de plaats van de vlag naar je bal en trek dan een denkbeeldige cirkel naar opzij. Je komt dan op een gegeven moment vanzelf weer op het gras uit en dat is het dichtstbijzijnde punt waarbij je geen last meer hebt van het water. Let wel op: het punt mag niet dichter bij de hole liggen dan jouw bal die in het water ligt. Heb je dat punt gevonden, dan drop je daar binnen een stoklengte jouw bal en speelt dan zonder strafslag verder. Misschien dat de tekening hierbij dat wat duidelijker maakt. Het dichtstbijzijnde punt zonder belemmering ligt dus bij het pijltje.
De optie om terug te gaan naar de plek waarvan je de oorspronkelijke bal hebt geslagen, is geen mogelijkheid om zonder strafslag verder te gaan. Wat je wel kunt doen is je bal onspeelbaar verklaren en opnieuw afslaan. Dat kost je een strafslag. En wie zegt dat je de overkant nu wel haalt?
Dus laten we hopen dat het snel mooi weer wordt, het ijs smelt en het water op hole 2 verdwijnt. Maakt het een stuk makkelijker en leuker.